Iedereen slaapt
Nachtburgemeester waakt
Lopende door
De stille straten
Kijkt hij
Of geen onheil
Dicht binnensmonds
En onthoud voor later
Als de ochtend gloort
En hij zijn woorden ongestoord
Aan het papier
Kan toe vertrouwen
Zijn vingers blauw
Van typen
Rilt hij van de kou
Zijn laatste glaasje weg
Dan, als alles klaar
Rookt hij
Het daglicht
Binnen
En gaat naar bed
En slaapt zijn moe
Droomt zijn droom
Die nooit uit zal komen
Maar oh zo mooi
Het vak, de vrouwen
Het schrijven
Alleen achter techniek
Eenzaamheid is
Des dichters
En het goud is
Nachtwandel
Han$ 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten